Met woorden kun je iets veranderen en in beweging zetten. De taal bepaalt de speelruimte die je ervaart. Het geeft weer wat een probleem is en wat niet. Het geeft aan welke ruimte mensen voelen en ook waarin ze (onbewust) gestuurd worden. Als een magiër strooi je met een onzichtbare hand met sterrenstof.
Met woorden kun je (ver-)leiden, prikkelen, schaterlachjes of ergernis opwekken en nog veel meer. En het mooiste is: de krachtigste woorden knutsel je zelf in elkaar.
Hier deel deel ik enkele bekende valkuilen met je. En uiteraard ook hoe je voorkomt dat je daarin tuimelt. Want deze woorden mag je nooit meer gebruiken als je je lezer ergens van wilt overtuigen.
Als je over jeuk leest, voel je vaak meteen de behoefte om te gaan krabben. En als je leest over een beschimmelde pan met een groen vijfdaagsbaardje wend je je gezicht vermoedelijk al af. Zintuiglijke woorden hebben een enorm effect op je lezer.
Als je lezer iets direct voor zich ziet, komt het veel beter tot leven. Vergelijkingen zijn daarom krachtige hulpmiddelen om abstracte getallen te verlevendigen.
